Edith van MontFormat
Die ‘ere-titel’ gaven mijn pabo collega’s me ooit…
Dat deden ze ook nog eens niet zomaar.
Best vreemd eigenlijk voor iemand die graag buiten de lijntjes kleurt.
Wars is van letterlijk of figuurlijk opgelegde strepen.
Ronduit allergisch is voor stoplichten; in school nog wat meer dan op de weg.
Ibbelig wordt van lijstjes met regels in klassen, vraagdobbelstenen of stemniveaukaarten.
Met vlagen verbijsterd is over methode-, toets- en roosterafhankelijkheid van professionals.
Moeizaam raad weet met regels of procedures waarbij de waarom-vraag bijna enkel beantwoord wordt met daarom (oh erg… hoe vaak gaf ik dat antwoord zelf ooit aan onze peuters…).
Waarom dan ik ? (jij, zou Marco zingen)
En velen anderen met mij?
We weten immers allemaal dat geen enkel format, systeem, regel, procedure, organisatievorm bepalend is voor goed onderwijs. Dat geen kind vrolijker of wijzer is geworden van een protocol. Dat kwaliteit wordt waargemaakt in de pedagogische (formatloze!) relatie.
Het ‘ formatloos’ daarover diepgaand met elkaar spreken, het (voor anderen) proberen te duiden van die kwaliteit, het ontwerpen van of grip krijgen op de context waarbinnen wordt waargemaakt waar je voor wilt staan, blijkt domweg niet eenvoudig.
Laten we nu gewoon eerlijk zeggen dat we allemaal houvast zoeken of maken in aanpakken, methodes, systemen, procedures. De een wat harder dan de ander. Dat we echt allemaal de fout wel eens maken, bedoeld of onbedoeld, een systeem / aanpak / procedure tot doel te verheffen in plaats van het te houden waar het hoort > slechts een middel tot…
Laten we nu gewoon eerlijk zeggen dat de bureaucratie ons niet overkomt, maar we ‘m zelf mee maken. Kom op zeg!
Edith van MontFormat dus, en terecht.
Ik biecht op. Wellicht mijn pijnlijkste blunder in dezen.
Net aangesteld als tutor van 1e jaars binnen pabo waar ProbleemGestuurd Onderwijs het basisconcept was. Beoordelen van reflecties was essentieel. Ik bevroeg dat bij mijn collega’s. Iedereen deed het, maar geen expliciete normen, geen beoordelingskader voor handen. Ik besloot het – na goedkeuring van mijn collega’s – samen met een andere onderwijskundige te maken. Een gedegen format, onderliggende theoretische verantwoording, goed begrepen en opgepikt door studenten……. Om vervolgens een jaartje later uit te moeten spreken dat ik het wezenlijke reflecteren om zeep had geholpen > studenten gingen voldoen aan eisen in format in plaats van stevig te reflecteren…
En wat ik nu bijvoorbeeld zie:
Mijn collega’s die gezamenlijk knoerthard het belang onderschrijven van hun leerlingen goed in het snoetje houden. Die ook vinden dat dat inzichtelijk moet zijn voor collega’s bijvoorbeeld. Men ontwerpe een groepsplan. Laat er velen wat van vinden, er mee aan bouwen, er zaken aan toevoegen. Implementatie vereist immers “zelf mee mogen maken” (hoe Nederlands is dat?!). In plaats van bijvoorbeeld: wie het weet moet het zeggen.
Afijn met een groepsplan tot gevolg waarvan zo’n beetje iedere leraar aangeeft het administratieve rompslomp te vinden.
Maar mensen
Hoe goed zijn die gesprekken wanneer leraren met elkaar in debat zijn over de kern van groepsplannen? Over wat de vast te houden essenties zijn in de ontwikkeling van hun leerlingen?
Hoe mooi is het wanneer leraren, bij implementatie van het Directe Instructie Model – voor alle duidelijkheid: ik koos het niet – elkaar wezenlijk beginnen te bevragen op hoe doe jij dat nou, het actualiseren van de voorkennis?
Hoe krachtig zijn de werk overleggen waarbij trendanalyses, analyse van opbrengsten van (groepen) leerlingen – ja ja van verplichte Citotoetsen – met elkaar worden geduid ?
Hoe gaaf is het dat onze ambities positie hebben gekregen – en we ze stiekempjes gewoon waarmaken – door ze glashelder in resultaten in een Managementcontract te vangen?
Hoe blij kun je worden als met de “vreedzame school aanpak” leerlingen lef maken om mediator te zijn? Of hoe die verrekte dobbelstenen de kwaliteit van maatjeswerk hebben gestimuleerd?
Ik stel dan ook voor
Laten we elkaar onze grip op de complexe werkelijkheid, soms in de vorm van formats, gunnen. Jezelf een beetje meer dan de ander, zo werkt dat nu eenmaal….
Laten we elkaar erop bevragen, heel kritisch ook.
Laten we beloven dat we ze niet laten verworden tot doel op zich.
Door bijvoorbeeld jaarlijks die aanpakken, regels, procedures, formatjes, waarvan de intenties niet meer helder zijn, ritueel af te fikken in de particuliere of nationale fuck-de-regels-bak! Da’s ook nieuw organiseren mag ik hopen.
Akkoord?!
Edith van Montfort, zonder format deze keer….